Langsheen de toegangsweg naar een woongebouw wordt deze autobergplaats voor een verzamelaar opgetrokken. Gelijkvloers en verdieping worden geconcipieerd als grote open ruimtes waarvoor een staalstructuur met steeldeck vloerelementen wordt geïntroduceerd. De schil van het gebouw moet passen in het eerder traditionele straatbeeld en wordt opgevat als een ceder houten gevelbekleding met zinken dak. De gevelopeningen bieden gerichte doorzichten, zonder de regie van de binnenzijde te verhullen. Zes wagens kunnen via een dubbele schuifpoort op het gelijkvloers worden gestald. Door middel van een hefbrug kan één ervan tot op het niveau van de bovenliggende loft worden getild om daar via een glazen binnengevel te worden geëxposeerd. Op dit niveau kan gewerkt of gewoond of worden, letterlijk omringd door dierbare verzamelobjecten.